https://www.kunstmomentdiepenheim.nl
Kunstmoment Diepenheim, ik doe mee.
Toen ik op Minerva zat, lang geleden, ben ik er wel eens wezen kijken. Wat een prachtige plek! Ik ben benieuwd, binnenkort opbouwen.
https://www.kunstmomentdiepenheim.nl
Kunstmoment Diepenheim, ik doe mee.
Toen ik op Minerva zat, lang geleden, ben ik er wel eens wezen kijken. Wat een prachtige plek! Ik ben benieuwd, binnenkort opbouwen.
Bij: ‘Pa en ma en jaren 70 motieven uit ons huis’
Binnenin het portret verwerkte ik motieven uit schalen die nog steeds in de keukenkast staan. Het kleedje waar ze op staan baseerde ik op een eikenhouten kast en de vloerbedekking op het slaapkamergordijn van het kleinste kamertje boven.
Mijn ouders trouwden in 1960 en er werd uiteraard een mooi portret gemaakt. Toen ik bezig was met deze werken, woonde mijn vader nog thuis in het huis waar niet veel veranderde sinds ik er opgroeide. Omdat het eens allemaal zal weggaan, wilde ik de gordijnmotieven, de eikenhouten kasten, planten van ooit e.d. vasthouden en combineren met het portret van mijn vader en moeder.
Bij: ‘Pa en ma, de monstera, de hertshoornvaren en de sanseveria’
De monstera, de hertshoorvaren (die in het zijraam van de voorkamer stond) en de sanseveria’s in de vensterbanken in de woonkamer zijn van die ouderwetse planten, voor mijn gevoel uit de jaren 60, die weer leuk zijn. Mijn moeder hield van kamerplanten en van stekken. Samen met mijn vader onderhielden ze bovendien een moes- en bloementuin. We kregen bv. als we uit school kwamen net na de zomervakantie grote glazen met verrukkelijk vers tomatensap met suiker.
Binnenin het portret gebruikte ik het silhouet van de klok met Atlas erbovenop.
Mijn ouders trouwden in 1960 en er werd uiteraard een mooi portret gemaakt.Toen ik bezig was met deze werken, woonde mijn vader nog thuis in het huis waar niet veel veranderde sinds ik er opgroeide. Omdat het eens allemaal zal weggaan, wilde ik de gordijnmotieven, de eikenhouten kasten, planten van ooit e.d. vasthouden en combineren met het portret van mijn vader en moeder.
Bij: ‘Het jaren 70 gordijn’
Het jaren 70-gordijn hangt in het kleinste kamertje boven aan de Hermanstraat. Waar de sprei, van hetzelfde materiaal, gebleven is, weet ik niet. Mijn moeder naaide het allemaal zelf.
Mijn vader hulde ik in het gordijn, mijn moeder bleef wit omdat ze er helaas niet meer is. Ze staan op een kleedje dat gebaseerd is op de grote eikenhouten kast in de woonkamer. Uiteraard zijn de felle oranje en blauw mijn keuze: mijn ouderlijk huis is voornamelijk bruin en beige.
Mijn ouders trouwden in 1960 en er werd uiteraard een mooi portret gemaakt. Toen ik bezig was met deze werken, woonde mijn vader nog thuis in het huis waar niet veel veranderde sinds ik er opgroeide. Omdat het eens allemaal zal weggaan, wil ik de gordijnmotieven, de eikenhouten kasten, planten van ooit e.d. vasthouden en combineren met het portret van mijn vader en moeder.
Leaving the park
M’n monumentale kunstwerken mochten van mij in het park vergaan, dat was de opzet (ik wil geen kunst maken die belastend is voor het milieu) maar de werkelijkheid haalt me in: er is het Chinese Light Festival dat het hele park beheerst. De kletsnatte kunst laden Kaj, Pelle en ik in. Hier en daar heeft de natuur toch werk gedaan: stoffen die met de grond in aanraking waren, zijn beschimmeld, ook weer schoonheid op zich (zie de foto).
Feest op 26 september 2021
Het bleek een feestelijke finissage met mooi weer, een fijne toespraak van Astrid Rass, veel belangstelling en de publiekslieveling was de blauwe ‘Werktitel aap’ die zo slaperig hoog in de boom hangt.
Ik kijk met zoveel plezier terug. Ik sta achter het project om samen te werken, om te werken met gerecycelde en/of natuurlijke materialen die ik kreeg via een oproep in een plaatselijke krant en om kunstwerken te maken die goed in het Rensenpark passen. Het was een buitenkans om ZOOkeeper te zijn.
Drie maanden ben ik ZOOkeeper in de voormalige dierentuin in Emmen, nog tot en met eind september. Ik ben er vaak en maak er speelse, monumentale, tijdelijke textiele objecten voor het park en doe dat het liefst samen met anderen. Af en toe kijk ik of wat ik bedacht heb, werkt (zie foto).
Is het mooi weer dan staat m’n werktafel buiten en dat trekt de aandacht merk ik. Hieronder enkele belevenissen.
Er gebeurt van alles
In de loop van de weken dat ik in het park resideer gebeurt er steeds meer: de mooie tentoonstelling van Myrte “Vogelvrij” is open en trekt veel bezoekers, er komen schitterende grote foto’s van Broken Circle/Spiral Hill tegen afgebroken gebouwen te hangen, en een prachtige plek in het park wordt voor mij ontsloten door een fototentoonstelling.
Ook opvallend: er is veel verbindende kunst in het park: Myrte maakte duizenden vogeltjes van klei samen met kinderen en volwassenen; de Nachtwacht werd er nageschilderd door een grote groep en bij mij werken ook mensen samen mee aan de objecten.
Anticlimax: de hekken rond het grasveld vlakbij blijven maar staan.
Grote luisterende oren
Met mooi weer zet ik telkens de tafel buiten om aan te werken want dan ben ik een makkelijker aanspreekpunt. Mensen zijn gelukkig nieuwsgierig (of ze willen eenvoudig weten waar de wc’s zijn). Ik blijk een soort info- en aanspreekpunt.
Ik leg graag uit wat ik doe en waarom en ik ben benieuwd naar reacties. Ik hoor vaak dat ze zelf ook creatief zijn en ik krijg foto’s te zien op mobieltjes van abstracte schilderijen, van beeldhouwwerk, van patchworkkleden. Iedereen in Emmen lijkt creatief.
Ik krijg heel veel levensverhalen te horen, over het algemeen van ouderen die een praatje komen maken.
Ik denk dat ik op m’n laatste dag, 26 september, twee oren aan een boom ophang zodat mensen hier hun verhalen nog steeds kwijt kunnen ook al ben ik vertrokken.
Helpende handen
Wat ik in de studio doe is vooral uitwerken, uitproberen en dat is met dit project wel een klus waarbij ik veel handen kan gebruiken.
Het is een verrassing als mensen na mijn uitleg zomaar eventjes komen helpen. Ik zeg altijd dat niks moet en dat als je na 5 minuten geen zin meer hebt, je dan vooral gaat stoppen. Sommigen komen vaker; zo helpen Aly en Ellis geregeld.
Ik heb familie, vrienden en collega’s verteld over het project en velen zijn komen kijken en helpen.
Met collega Astrid bespreek ik wanneer iets kunst is of wanneer decoratie, waar bevestig ik de objecten. We spelen met twee objecten in bomen en zien dat dat de goede kant op gaat. Er mee aan de gang gaan samen met haar werkt heel goed. En dat gebeurt met iedereen die helpt op een andere manier.
Weg met de oude regels!
Met dochter Lotte (19) ga ik door over decoratie versus autonome kunst. Ik vertel dat het vroeger op de kunstacademie min of meer verboden was om te zeggen dat kunst leuk was. Lotte, malegaze-expert, denkt dat er toen veel meer op een mannelijke manier naar kunst werd gekeken. Ik vertel dat we met Minerva ooit een tentoonstelling in Boymans bezochten met grote platen cortenstaal van Serra. Ik kon er niks mee, voelde zwaarte. “Ja precies”, zegt Lotte, “het was toen anders dan nu, waarin de vrouw en haar ambachten en visie ook meer mee mogen doen.“ Kijk, daar kan ik verder mee.
Zooi
Er komen mensen binnen en zoals altijd vraag ik ze of ze willen zeggen welk kunstwerk ze het interessantst vinden (beroepsdeformatie: als docent beeldende kunst vraag ik dit aan leerlingen zodat ze gerichter kijken). Ik krijg een verrassend antwoord: “Ja ik vind alles leuk maar die hele berg stoffen en schapenwol en zo, dat vind ik intrigerend.” Snap ik wel, het is een kleurrijke zooi.
Workshops
Jij groeit als kool, natuur groeit en jij gaat kunst doen groeien omdat je gaat knopen, bouwen, naaien met de hand, iets weven door draden tussen bomen te spannen, …. In ieder geval ga je iets gaat maken dat groeit onder jouw handen en dat met de natuur in het park te maken heeft. Misschien maak je iets van lappen stof met takken of een slinger van aan elkaar geknoopte lappen die je ergens om heen wikkelt. Je zoekt een plek in het Rensenpark waar het goed tot z’n recht komt.
Je kunt ook met het groepje samen een plan bedenken en dat uitvoeren, dan wordt het een groter kunstobject, waar jullie ook een goede plek voor gaan zoeken en vinden, dat zal ook tof zijn!
Drie verschillende workshops voor 3 verschillende leeftijdscategorieën komen er. Ik maak een banier, en zet ook een stoepbord neer. Ik had al kleinere takken verzameld en ik haalde nog een enorme grote tak uit het bos, ik vind het een kick om die te vervoeren op de fiets.
Er meldden zich vier kinderen van 7 jaar voor de workshop “Groei”. Het was het idee om met takken en stoffen een werkstuk te maken. Leuk hoor om te werken met 7-jarigen, ik ben dat niet gewend. Toen de ene begon met het maken van een slang, deden ze het allemaal. Ze hadden er plezier in.
Heen en weer
Vanwege de afstand Stedum-Emmen heb ik heb besloten zoveel mogelijk in de omgeving te verblijven. Heel fijn dat vriendin Suze in Emmen woont en dat ik bij haar terecht kan! De gemeente stelt me een fiets ter beschikking.
En ik ben op werkvakantie als ik vanuit het kampeerterrein van Buitenkunst naar de studio ga en ik verblijf ook een paar nachtjes op camping Buitenland vlakbij Zandpol. Het is raar om op een plek te zijn waar iedereen vakantie heeft en ik met een vol hoofd zit met ideeën, plannen en werklust.
Drie maanden ben ik ZOOkeeper in de voormalige dierentuin in Emmen, nog tot en met eind september. Ik ben er vaak en maak er speelse, tijdelijke textiele objecten voor het park en doe dat het liefst samen met anderen.
Af en toe kijken of wat ik bedacht heb, wel echt werkt. Hier samen met Astrid. Spelen met de objecten is het best.
Is het mooi weer dan staat m’n werktafel buiten en dat trekt de aandacht merk ik. Hieronder enkele belevenissen.
Robijntje of de houdbaarheid van schoonheid
Nou heb ik de keus gemaakt om hier, in het Rensenpark, te werken met afbreekbare materialen, met stof, wol, takken en zand. Met mezelf sprak ik af dat het mag vergaan, bij blootstelling aan de elementen. Kunst die compost mag worden. Dat is een van de kernen van dit project.o duidelijk heb ik dat keer op keer gezegd. En toch betrap ik me erop dat ik plotsklaps schrik als de rode stoffen uitsteeksels van het werk dat ik het eerste maakte voor dit project al wat verbleken. Als ik later ook nog een reclame van Robijn zie: “langer genieten van kleur”, twijfel ik nog meer:
Help! Moet wat mooi is niet mooi blijven? Of zal ik flink zijn en de natuur haar werk laten doen? In verval zit zeker ook schoonheid, maar het blijkt dat het me moeite kost en dat had ik niet verwacht.
Werktitel Aap
Het werken aan een object leidt me: de vorm van de tak laat zien waar een stoffen deel moeten komen, de ene arm-achtige vorm leidt tot de volgende en dan ontstaat er opeens een romp bijvoorbeeld. En dan wordt het toch iets aapachtigs en heeft het behoefte aan een titel. De mensen die langskomen vertellen me vaak wat ze erin zien, ook omdat ik vaak vraag: welk object vind je het interessantst?
Ondertussen denk ik dan zelf aan het ding met een werktitel. Een werktitel is een voorlopige naam, eentje die nog niet vaststaat maar het voorwerp wel aanduidt terwijl er aan wordt gewerkt. “Werktitel Aap” slaat op iets roods en veelarmigs waar al mensen aan hebben meegewerkt. De benaming is op een gegeven moment zo vaak gebruikt dat het bijna één woord is geworden: De Werktitelaap, zoals je ook Rhesusaap of Slingeraap hebt. En dan is dat opeens de titel. Kan dat? Of is het nu eerst nog werktitel: “werktitelaap”?
Na een oproep in de Emmer Courant om overtollige katoenen lappen stof naar de ZOOkeeper te brengen, stroomt het binnen want mensen komen langs met tasjes voor mij. Ik stel me voor dat er in Emmen overal kasten staan met lapjes, sommige zijn nu leeg ☺.
Meteen maar even aanpakken
Meneer Gankema komt ook, en vertelt dat ik stoffen van zijn overleden vrouw kan komen ophalen. We maken een afspraak en ik neem twee fietstassen mee zodat ik een maximum heb want ik heb al zoveel lappen gekregen. Hij zegt me dat ik alles mag hebben als ik maar werk op de manier van z’n vrouw. Ik zeg dat ik dat niet kan maar dat ik wel wil zien wat zij maakte. Hij laat alles zien in het gezellige huis en wat maakte en kon ze veel: zoals batikken, weven. Hij is zelf ook handig met z’n auto’s, koetsen maar ook met het bouwen van schuurtjes.
Als puntje bij paaltje komt, spreken we af dat hij de volgende dag twee verhuisdozen brengt met de auto en een mand met bandjes.
Gankema brengt drie dozen met prachtige lappen stof en hij bekijkt wat ik maak. “Dus je bent gek op takken?” Hij ook en hij weet een mooie te liggen bij het Oranjekanaal. “Het is net een mannetje als je het rechtop zet”, vindt hij. Of ik mee wil in de auto? Ja zeker en we gaan op pad. Een eikentak van 4,5 meter ligt er loodzwaar en onhandig. Maar bij het instappen van de auto zegt hij er even over te willen prakkiseren hoe hij de tak in het Rensenpark kan krijgen.
Ik ben even weg en als ik terugkom zie ik een dikke Volvo, een lange aanhanger, een grote tak die uitgeladen wordt en meneer Gankema met een maat op klompen. Hij zei dat hij had gedacht: “Meteen maar even aanpakken.” Geweldig vind ik zoiets!
Er komt meteen een idee voor een kunstwerk bij deze tak.
Als ik na een paar dagen Schiermonnikoog weer bij de Studio kom en m’n fiets op slot zet, blijkt dat de tak weg is. Ik ga erachteraan en het blijkt dat er overijverig is opgeruimd en versnipperd! Erg!
Van cultuurwethouder Robert Kleine krijg ik een sleutel voor de studio ZOOkeeper. Ik ga er 3 maanden aan het werk om objecten van stof te maken voor het Rensenpark, de voormalige dierentuin van Emmen. Ik zoek ook interactie met de bezoekers door ze te vragen me mee te helpen.
Hoera, ik had me ingeschreven voor een kunstproject in het Rensenpark in Emmen en ik ben geselecteerd. Volgens de jury omdat ik o.a. samenwerking zoek met publiek en omdat ik de kracht gebruik van wat al op het terrein aanwezig is.